English Version Below
SwitcH2 wil stroom van zee met een schip aan land brengen
Sabine Sluijters – 13 augustus 2025
Windparken worden in de toekomst steeds verder uit de kust gebouwd. Een verbinding met elektriciteitskabels is niet altijd meer mogelijk. De vraag is hoe de energie dan nog aan land komt. Het Nederlandse bedrijf SwitcH2 heeft daarvoor een oplossing in de maak.

Hoe verder windparken op zee warden gebouwd, hoe lastiger het wordt om ze aan te sluiten. Langere kabels, met meer transmissieverliezen, transformatorstations op zee die steeds grater en duurder warden. Ook is de vraag of de windstroom van zee nog wel het net op kan. De fysieke grenzen van het huidige elektriciteitsnet zijn praktisch bereikt.
Bovendien betekent meer windparken op zee ook meer windstroom op hetzelfde moment met negatieve prijzen tot gevolg. Offshore windparken moeten door netcongestie en negatieve prijzen nu al geregeld warden afgeschaald.
Een alternatief is om de energie niet als elektronen maar in de vorm van moleculen aan land te brengen. Het Rotterdamse SwitcH2 heeft daarvoor een oplossing bedacht. “SwitcH2 staat voor seawater into clean hydrogen”, zegt Saskia Kunst, managing director van het bedrijf dat ze in 2021 samen met Bob Rietveldt oprichtte. “We willen een schip bouwen dat op zee waterstof maakt uit zeewater en stroom van een wind en/of zonnepark.”
Gold Standard
Kunst verdiende haar sporen in de offshore industrie – ze was onder meer managing director van SBM Offshore – en dat is ook waar ze het idee opdeed. Het schip is een zogenoemde Floating Production Storage and Offloading Unit (FPSO). In de olie- en gasindustrie warden deze schepen ingezet bij olie- en gasproductielocaties op zee. In het ruim van het schip wordt de gewonnen ruwe olie en gas tot halfproducten verwerkt en van daar naar raffinaderijen aan de kust getransporteerd. Volgens Kunst is de FPSO de “absolute gold standard” in die wereld.
SwitcH2 wil eenzelfde soort schip, dat eveneens aan de zeebodem is verankerd, voeden met groene stroom die is gewonnen uit wind-, zonne- en /of golfenergie en daarmee op zee waterstof of ammoniak maken. Het schip gaat daarvoor voor anker naast het windpark en wordt hiermee direct mee verbonden met behulp van een elektriciteitskabel. Aan dek staat een elektrolyser die met behulp van zeewater dat aan board ontzilt wordt, waterstof maakt. De waterstof wordt vervolgens via bestaande gasleidingen naar het vaste land getransporteerd.

Als deze gasleidingen niet beschikbaar zijn kan de waterstof aan board met bestaande technologie (het Haber-Boschproces) warden omgezet in ammoniak. Dit is gemakkelijker te vervoeren en kan via een flexibele drijvende slang overgeladen warden in kleinere schepen die het goedje naar de havens brengen.
Schaalbaar
Een FPSO met een elektrolyser van 300 MW gebruikt ongeveer een derde van de stroom van een windpark van 1 GW maar Kunst benadrukt dat het een heel schaalbaar concept is. “We kunnen ook twee of drie schepen bij een windpark leggen.” Ook het aansluiten van drijvende zonneparken en golfenergie is mogelijk. “Hoe meer gediversifieerd hoe aantrekkelijker”, aldus Kunst.
Het concept is bewezen, DNV heeft het gecertificeerd, stelt Kunst. De aandeelhouders in het bedrijf zijn allen gepokt en gemazeld in de offshore productiewereld. Zo is BWO Offshore een gerenommeerde FPSO-bouwer en -operator en is eind vorig jaar de topside specialistJORD als nieuwe aandeelhouder toegetreden. “Hun dochterbedrijfJOGS uit Papendrecht is een vooraanstaande bouwer van procesmodules voor FPSO’s”, zegt Kunst.
Ook kreeg het bedrijf twee verschillende subsidies. Een voor een samenwerking met TUDelft, Marin en Strohm. Dit laatste bedrijf heeft met gebruikmaking van kennis uit de ruimtevaarttechnologie een Thermoplastic Composite Pipe (TCP) ontwikkeld, een sterke maar flexibele pijpleiding die bestand is tegen de ruige omstandigheden op zee. Met deze TCP kan de waterstof van de FPSO in het offshore gasnet geladen worden en zo naar de kust warden gebracht.
De andere subsidie betrof een haalbaarheidsanalyse voor het eerste real lifeproject van SwitcH2 in Portugal dat in 2030 van start moet gaan. Het idee is dat een FPSO voor de kust met behulp van duurzame elektriciteit groene ammoniak gaat maken. De elektrolyser aan board van de FPSO krijgt een capaciteit van 300 MW. Omdat Portugal nog geen windparken op zee heeft, zal de elektrolyser gevoed warden met elektriciteit van land. Die komt via een substation en een elektriciteitskabel naar de FPSO. Voor dit Project Atlantico heeft SwitcH2 heeft een subsidie aangevraagd bij het European Innovation Fund, een EU subsidieregeling voor grootschalige kapitaalintensieve projecten. Eind dit jaar wordt de uitkomst daarvan verwacht.
€1mrd
De bouw van het schip voor dit project zal een investering vergen van ruim €1 mrd. Het kapitaal daarvoor moet onder meer komen van de aandeelhouders van de nieuw op te richten asset owning company. Die investeringsbeslissing stand voor deze zomer gepland, maar is met een jaar uitgesteld. Daarnaast is Kunst in gesprek met partners van BWO en afnemers van de ammoniak. Ook denkt Kunst dat de investering interessant is voor infra fondsen en pensioenfondsen. “We richten ons op €50 mln tot €100 mln per partij en die omvang is interessant voor hen.” Daarnaast worden ook banken en de Europese investeringsbank betrokken.

Het schip zal gebouwd worden in het Verre Oosten. Dat is volgens Kunst een van de redenen waarom de op deze manier geproduceerde groene ammoniak niet duurder hoeft te zijn. “We kunnen bouwen waar dat het goedkoopst is.” Bijkomend voordeel is dat het bedrijf op zee geen last zal hebben van stikstofproblemen. Ook verwacht Kunst dat het verkrijgen van een vergunning minder moeilijk zal zijn, zeker als het gaat om veiligheid. “Wat dat betreft is het maken van ammoniak op zee altijd beter dan op land.
Ook over afnemers maakt Kunst zich geen zorgen. De ammoniak is gewild in de chemische en petrochemische industrie. Ook kan het als brandstof dienen in de scheepvaart. Wel baart de onzekerheid rondom regelgeving haar zorgen. Want die is cruciaal om deze markt te ontsluiten.
DEMO 2
Zo blijven de bijmengpercentages voor het vermengen van gas met waterstof ver achter bij het niveau dat volgens Kunst nodig is. “De percentages blijven nog steeds laag, met een grens van 2% volgens de Europese gasrichtlijn voor het bijmengen van waterstof met aardgas op interconnectiepunten. Daarnaast wordt verwacht dat het Nederlandse offshore gasnet mengsels tot maximaal 10% waterstof kan verwerken zonder aanpassingen. Een grootschalig project als dit zal daarom mogelijk een aparte, volledig op waterstof ingerichte pijpleiding vereisen – al kan dat nog steeds een omgebouwde aardgaspijpleiding zijn.”
Na Portugal hoopt Kunst de FPSO in te kunnen zetten in het demonstratieproject DEMO 2 waarvoor in 2027 een tender zou worden uitgeschreven, maar wat onlangs is uitgesteld. Het gaat om 500 MW elektrolyse bij het nog te bouwen windpark Ten noorden van de Waddeneilanden (TNW). Dit windpark krijgt een geschat vermogen van circa 700 MW, waarvan circa 500 MW benut zou moeten worden voor de productie van waterstof op zee. Een ideaal project voor de FPSO van SwitcH2 denkt Kunst: “Dit is een kolfje naar onze hand.”
Maar of het zover komt blijft nog even de vraag. In de Klimaat- en Energienota later dit jaar wil Hermans een nieuwe keuze maken over waterstofproductie op zee.
Originele versie: https://energeia.nl/switch2-wil-stroom-van-zee-met-een-schip-aan-land-brengen/
English Version
SwitcH2 to Bring Power from the Sea to Shore by Ship
By Sabine Sluijters – August 13, 2025
In the future, wind farms will be built even farther offshore. Connecting them to land via electrical cables will not always be possible. The question then becomes: how will the energy reach the shore? The Dutch company SwitcH2 is developing a solution.

The farther offshore wind farms are built, the harder they are to connect. Longer cables mean greater transmission losses, and offshore transformer stations are becoming ever larger and more expensive. There’s also the question of whether wind power from sea can still be fed into the grid at all. The physical limits of the current electricity network have practically been reached.
Moreover, more offshore wind farms mean more wind power produced at the same time, leading to negative prices. Due to grid congestion and negative pricing, offshore wind farms are already regularly being curtailed.
An alternative is to bring the energy ashore not as electrons, but as molecules. The Rotterdam-based company SwitcH2 has an idea for this. “SwitcH2 stands for seawater into clean hydrogen,” says managing director Saskia Kunst, who co-founded the company in 2021 with Bob Rietveldt. “We want to build a ship that produces hydrogen at sea from seawater, using electricity from a wind and/or solar farm.”
Gold Standard
Kunst made her mark in the offshore industry — she was managing director at SBM Offshore, among other roles — and that’s where she got the idea. The ship will be a so-called Floating Production Storage and Offloading unit (FPSO). In the oil and gas industry, FPSOs are used at offshore production sites, processing crude oil and gas into semi-finished products on board before transporting them to coastal refineries. According to Kunst, the FPSO is “the absolute gold standard” in that sector.
SwitcH2 wants to develop a similar vessel, also moored to the seabed, but powered by green electricity from wind, solar, and/or wave energy. Using this energy, the ship will produce hydrogen or ammonia at sea. It will be anchored next to a wind farm and will be connected directly to it by a set of subsea power cables. On deck, an electrolyzer, fed with desalinated seawater, will produce hydrogen.
The hydrogen can then be transported to shore through existing gas pipelines. If such pipelines aren’t available, the hydrogen can be converted into ammonia on board using the well-established Haber–Bosch process. Ammonia is easier to transport and can be transferred via a flexible floating hose to smaller ships that deliver it to port.

Scalable by Design
An FPSO with a 300 MW electrolyzer would use about one third of the output from a 1 GW wind farm, but Kunst stresses that the concept is highly scalable. “We can also place two or three ships at one wind farm.” Floating solar farms and wave energy installations can also be connected. “The more diversified, the more attractive,” says Kunst.
The concept has been validated and DNV has certified it. The company’s shareholders are seasoned offshore production experts. For example, BW Offshore is a renowned FPSO contractor and operator, and late last year, topside specialist JORD became a shareholder. “Their subsidiary JOGS in Papendrecht is a leading design and construction firm for process modules for FPSOs,” says Kunst.
SwitcH2 has received two different subsidies. One supports collaboration with TU Delft, MARIN, and Strohm. Strohm has used aerospace technology to develop Thermoplastic Composite Pipes (TCPs), strong yet flexible pipelines that can withstand harsh offshore conditions. With TCPs, hydrogen from the FPSO can be fed into the offshore gas grid and transported to shore.
The second subsidy funded a feasibility study for SwitcH2’s first real-life project in Portugal, planned to start in 2030. This “Project Atlantico” envisions an FPSO producing green ammonia offshore using renewable electricity. The onboard electrolyzer will have a 300 MW capacity. As Portugal currently has no offshore wind farms, electricity will be supplied from land via a substation and subsea power cables. SwitcH2 has applied for support from the European Innovation Fund, with a decision expected later this year.
€1 bln
Building the ship for Project Atlantico will require more than €1 billion. The capital will come partly from shareholders in a newly created asset-owning company. The investment decision, originally planned for this summer, has been postponed by a year. Kunst is also in talks with BWOs partners and potential ammonia buyers. Infrastructure and pension funds are being targeted for investments of €50–100 million each, “an attractive size for them,” she says. Banks and the European Investment Bank are also being involved.

The ship will be built in the Far East, which Kunst says will help keep costs competitive: “We can build where it’s cheapest.” Another advantage is that, at sea, nitrogen emission regulations won’t pose a problem. She also expects that obtaining permits will be easier, especially regarding safety. “Producing ammonia at sea is always safer than on land.”
Kunst is confident there will be strong demand for the ammonia. It is sought after in the chemical and petrochemical industries and can also be used as a shipping fuel. However, she is concerned about regulatory uncertainty, which is crucial to opening up the market.
DEMO 2
For example, hydrogen blending percentages in the gas network remain far below the levels Kunst believes are necessary. “They’re still low, with the European Gas Directive capping hydrogen blending at 2% at interconnection points. The Dutch offshore gas grid is expected to handle blends up to about 10% without modifications. A large-scale project like this might therefore require a separate, hydrogen-dedicated pipeline — though this could still be a repurposed gas pipeline.”
After Portugal, Kunst hopes to deploy an FPSO in the “DEMO 2” project, for which a tender was planned in 2027 but recently postponed. This would involve 500 MW of electrolysis at the yet-to-be-built “Ten Noorden van de Waddeneilanden” (TNW) wind farm, expected to have a capacity of around 700 MW, with about 500 MW dedicated to offshore hydrogen production.
Kunst calls it “a perfect fit for us.” But whether it happens remains to be seen later this year. In the Climate and Energy Policy Paper, Minister Hermans is expected to make a new decision on offshore hydrogen production.
Original version: https://energeia.nl/switch2-wil-stroom-van-zee-met-een-schip-aan-land-brengen/